De Rotterdamsche Schouwburg

Dat een architect 50 jaren genoegen beleeft aan een bouwwerk, dat door grootte en beteekenis voor menig vakgenoot een levenswerk of een zijner levenswerken mag heeten, is een zelden voorkomend feit. Het kan slechts voorkomen wanneer men aan het begin van zijn loopbaan zulk een groot werk te bouwen krijgt en wanneer men den leeftijd der sterken dan bovendien nog met een behoorlijk aantal jaren mag overschrijden.

Dit geluk is architect J. Verheul Dzn. ten deel gevallen, wiens Schouwburgplan aan de Aert van Nesstraat te Rotterdam in de jaren 1884 – 1887 werd uitgevoerd. Op 15 september 1887 werd de Schouwburg feestelijk geopend. Architect Verheul was toen 26 jaren.

Voor den schouwburg was in 1882 een prijsvraag uitgeschreven. Op deze besloten, internationale prijsvraag kwamen 8 ontwerpen in. Geen dier acht plannen evenwel achtte de Jury voor volledige bekroning vatbaar, doch zij adviseerde om het plan “Thalia” van de Heeren Gieser en Weidner te Dresden en “Apollo” van Jan Verheul Dzn. aan te koopen en voor de uitvoering of tot het noodige omwerken nader met één der beide of met beide ontwerpers in onderhandeling te treden. Aangezien het lang vóór de Volkenbondprijsvraag was, besloot het Bestuur der Vereeniging “Rotterdamsche Schouwburg” maar met één plan verder in zee te gaan. En het geluk – of de superioriteit van zijn plan of beide te samen – wees den Heer Verheul aan.

De bouw verliep niet vlot. D.w.z. er was geen geld. Geen geld voor het inrichten van het gebouw, van het tooneel, vooralles wat het gebouw, dat in September uiterlijk vrijwel voltooid was, tot een te gebruiken Schouwburg moest maken. Het Gemeentebestuur wilde subsidieeren, maar de Raad ketste het af. Eindelijk kon het geld gekregen worden door een hypothecaire leening, zoodat de bouw voltooid kon worden. Eind goed, al goed. De inwijding was feestelijk. Den architect werd in een zwaar gedicht (De Mannen van 80 bestonden pas 7 jaar) lof toegezwaaid. En aan het einde der voorstelling werd hij door het van zijn plaatsen opgestaan publiek op het Tooneel geroepen en daverend gehuldigd.

uit:
Bouwkundig Weekblad
11 september 1937