Het voormalige Zeemanshuis

Vandaag zal een aanvang worden gemaakt met het sloopen van het voormalig Zeemanshuis aan de Calandstraat. Reeds in juni melden wij, dat dit pand, dat toebehoorde aan de N.V. ‘Het Ouden Westen’, in eigendom van de heer H.L. Winkelman was overgegaan. Op den na afbraak vrijkomenden grond zou deze aldaar een modern wooncomplex gaan stichten van 32 flatwoningen. Tot het begin van deze maand had de Amsterdamsche Maatschappij voor Jongemannen nog huur aan het pand, zoodat nog eenige maanden met de uitvoering moest worden gewacht. Die huurtermijn is inmiddels verstreken, zoodat het groote gebouw eindelijk kwam leeg te staan. Indien oorlog of mobilisatie tusschenbeide was gekomen, zou de militaire overheid er wellicht nog beslag op hebben gelegd. Doch nu dit gevaar weer voorbij is, kan aan de slooping worden begonnen. De N.V. v.d. Heuvel’s Houthandel en Aanneming Mij. is hiermede belast en  zal vandaag met deze arbeid, welke ongeveer twee maanden zal duren, een aanvang maken.

Hiermede verdwijnt uit het stadsbeeld een bouwwerk, dat in het bekende boek ‘Rotterdam, geschetst in zijn voornaamste gebouwen, kerken en gestichten’ van 1867 waardig werd gekeurd te worden vermeld.

Reeds lang was het gebouw niet meer bestemd voor het doel waartoe het werd gebouwd in het midden van de vorige eeuw. Toch heeft het altijd nog getrouwelijk zijn naam van het Zeemanshuis behouden. Het Zeemanshuis was ontstaan uit het streven van de leiders van de Rotterdamsche scheepvaartwereld van die dagen om naar het voorbeeld van Engeland en Noord-Amerika een nationalen zeemansstand aan te kweeken. Men zag in, dat verbetering van de personeelstoestanden bij de scheepvaart den bloei daarvan slechts ten goede kon komen. Vandaar dat het initiatief van de reeders medewerking genoot van het stedelijk bestuur, hetwelk den grond disponibel stelden en den vollen steun kreeg van de toenmalige Kamer van Koophandel, die daarin zag een belangrijken stap om meer zedelijkheid onder ons zeevolk te brengen en hen tegen de vele afzetterijen, waaraan zij elders bloot stonden, te behoeden. De commissie uit de reeders, die zich met de stichting belastte, had zich, zoo oordeelde men, daardoor blijvende aanspraak verworven op de dankbaarheid van wie in den bloei onzer scheepvaart belang stelt.

Op 30 april van het jaar 1855 legde Prins Hendrik der Nederlanden, de broeder van Koning Willem III, die immer een groote belangstelling had voor onze zeevaart, den eerste steen van het Rotterdamsche Zeemanshuis, dat 1 october van het volgend jaar 1856  kon worden geopend. In het jaar 1857 werd ook de zeekaartkundige school der gemeente er in gevestigd. Vele jaren lang heeft het huis, dat in den volksmond ook wel het ‘matrozenlogement’ heette aan zijn doel beantwoord en was geregeld zeer druk met zeelieden bezet. Veranderingen in het zeemansleven deden echter de behoefte aan een dergelijke inrichting steeds geringer worden en na verloop van jaren was de belangstelling zoo getaand, dat tot sluiting van het gebouw moest worden overgegaan. De A.M.V.J. heeft er de laatste zes jaren een logement in gedreven voor crisisslachtoffers. Met 1 october j.l. heeft deze verenging dit werk hier stopgezet.

Het Zeemanshuis is, gelijk men weet, aan de Calandstraat gelegen., doch oorspronkelijk was hier een haven, de z.g. Westerhaven, die aldaar in de jaren 1852-1853, derhalve juist vóór den bouw van het huis, was gegraven en ook wel den naam van Berg- of Vluchthaven droeg, daar zij als overwinteringshaven was bedoeld. Daar evenwel het oppervlak der haven als bouwterrein van grooter belang werd geacht dan het havenbelang daar ter plaatse en de haven als zoodang ook niet voldeed, werd zij in 1902 weer gedempt. De Westerbrug, welke tusschen de Veerhaven en de Westerhaven lag, verviel toen ook.

De op het gedempte terrein geprojecteerde straat kreeg toen den naam van Calandstraat naar den ontwerper van den Nieuwen Waterweg ir. Pieter Caland, die geboren in 1826 in datzelfde jaar 1902 overleed. De Zeemansstraat, welke reeds in 1856 deze naam verkreeg, werd zoo genoemd naar het op den hoek deze straat en de toenmalige Westerhaven gelegen zeemanshuis.

Op dit terrein, bijna 2.600 c.A. groot, gaat nu binnenkort naar het ontwerp van den heer J.P.L. Hendriks, architect B.N.A. alhier, een modern complex van 32 flatwoningen verrijzen. De bouw zal ongeveer 9 maanden duren, zoodat in den zomer van 1939 het werk gereed zal zijn. Iedere flatwoning zal bestaan uit twee kamers en suite, twee slaapkamers, een keuken en badkamer. De grootte en indeeling verschilt eenigszins naar de ligging. De flats zullen worden ingericht met centrale keuken-verwarming, met badkamerinstallatie, koelkast, keukengeijser en een huistelefoon met de buitendeur. Het is opgetrokken uit benedenhuizen (met fraaie tuinen van bijna 20 meter diepte op het zuiden) en drie verdiepingen, alzoo vier woonlagem boven elkaar. Vier trappenhuizen, waarvan drie in de Caland- en één in de Zeemansstraat, zullen aan weerszijden toegang geven tot telkens 8 flatwoningen. De geheele oppervlakte van den bouw zal worden voorzien van een gewapend betonnen kelder, waarin bergruimte voor elke flat aanwezig is.

De gevel wordt in roode baksteen opgetrokken met stalen raamwerk. Elke flatwoning krijgt een erker, waardoor ook uitzicht aar links en rechts mogelijk is. De woningen op den hoek van de Zeemansstraat zijn voorzien van een ronde, ver vooruitspringende erkerruimte, waardoor zelfs uitzicht op de rivier is verkregen. Aan de afwerking van het geheel zal door den bouwer, den heer H.L. Winkelman, bijzondere zorg worden besteed. Behalve de reeds genoemde moderne flatvoorzieningen, zij b.v. vermeld, dat de hal der woningen met een parketvloer wordt voorzien.

Ongetwijfeld zal het velen ook interesseeren, in welke huurklasse deze flats zullen komen te liggen. Variërend naar groote en ligging zal de huurprijs van FL. 5,- à 6,- per maand bedragen. Wanneer wij dien prijs hier noemen, dan zal men beamen, dat naar zulke woningen in deze omgeving ongetwijfeld groote vraag zal bestaan. Vooral als over eenige jaren de tunnel gereed zal zijn, woont men hier in een rustige omgeving bij het Park e n toch vrij dicht zooewel bij de stad als bij het havenkwartier op den Linker Maasoever. De verwachting, dat zich zeer vele reflectanten voor dit soort woningen in deze omgeving zullen aanmelden, is dan ook alleszins gemotiveerd.

Gelijk de teekenigen laat zien, zal het nieuwe woonblok  voor deze omgeving ook architectoische een aanwinst beteekeen.

uit:
De Maasbode
12 oktober 1938