Het nieuwe gebouw van C. en A. Brenninkmeyer

Wat komt er in de plaats van de karakteristieke eerwaardige Waalsche kerk met haar elegante toren, die in het levendige stadsbeeld, dat de Hoogstraat biedt, zoo’n geestige dominat was?

Velen zullen dit reeds hebben gevraagd en indertijd heeft het Nieuwsblad reeds gemeld, dat de firma Brenninkmeyer aan den Amsterdamsche architect K. Sickler had opgedragen, op deze historische Rotterdamsche plek een modern magazijn te bouwen in renaïssance-karakter.

Even is er achter de couilissen bezwaar gemaakt tegen dit voornemen, maar openbaar protest is er niet gekomen tegen dezen opzet en zoo krijgen wij op den hoek van Hoogstraat en Roodezand het gebouw dat hierboven is afgebeeld.

Wanneer het plan van tevoren was gepubliceerd of als Rotterdam een Schoonheidscommissie had gehad, als Amsterdam of Den Haag, zou het zoo zeker niet zijn gegaan. Maar recente gevallen in de twee genoemde steden hebben geleerd, dat zoo’n gebouw er – mèt of zonder protest – toch komt.

We kunnen echter, afgezien van het stijlkarakter, het architectonisch geval toch niet bijzonder gelukkig opgelost vinden, vooral niet om de wijs, waarop de toren, die een soort nabootsing is van het coquette kerktorentje, uit den hoek ontwikkeld is.

Het nieuwe Brenninkmeyer-magazijn wordt met den kelder mee een gebouw van zeven verdiepingen, waarvan de begane grond en de er boven liggende als verkoop-ruimten dienst doen, terwijl de andere dienen voor expeditiem werkplaatsen, magazijnen enzoovoorts.

Het trappenhuis komt tegen den eenige gesloten muur aan te liggen en wordt uiteraard van liften voorzien.

Voor de rest is het gebouw één groote betonconstructie, met aan den buitenkant gevels van baksteen, met zandsteenbanden op de pui van graniet.

Daar het magazijn aan drie zijden front maakt naar de straat, beschikt het over zeer veel etalage-ruimte.

uit:
Rotterdamsch Nieuwsblad
5 februari 1923