Oude Diergaardeterrein

Naar wij vernemen is het oude Diergaardeterrein verkocht. Er zijn in de afgeloopen weken onderhandelingen gevoerd tusschen de eigenaren van het tegenwoordige diergaardeterrein en de Bank voor Onroerende Zaken te Amsterdam, die nu tot een resultaat hebben geleid.

Deze bamk heeft een deel van het terrein aangekocht – het omvat een oppervlakte van 4,5 H.A. – om daar een groot complex flatwoningen en winkels te laten bouwen. Architect zal zijn de heer J. Wils, die reeds meer groote werken heeft uitgevoerd. Ook zal waarschijnlijk op deze plaats een zeer groot modern hotel worden opgetrokken.

Over eenige jaren zal het stadsbeeld zoo grondig veranderd zijn dat zelfs Rotterdammers die zich niet goed op de hoogte houden van de beraamde bouwplannen, vreemd zullen zijn in hun eigen stad. Hier zal immmers een geheel nieuwe stadswijk ontstaan, waar o.m. het nieuwe station Delftsche Poort zal verrijzen. Daarom is het goed gezien op deze plaats een nieuw hotel te doen bouwen. Wanneer we ons niet vergissen zal het dit stadsbeeld zijn, dat met Blijdorp de meeste veranderingen zal ondergaan. En veranderingen wil zeggen verbetering.

Automatisch zal het centrum dat thans wordt gevormd door het stationsplein, worden verplaatst naar het diergaardeterrein. Daarom wordt allereerst gezorgd dat de toegangswegen het verkeer aankunnen. De Diergaardelaan zal worden doorgetrokken en zoo een verbinding vormen met het Westen, dat weer in het middelpunt komt te staan als tunnel-toegangsweg. Eveneens zal de Stadionsweg worden doorgetrokken. Op het diergaardeterrein zullen worden aangelegd parkcomplexen en wegen, hier zal komen het nieuwe stationsplein, het nieuwe Delftsche Poort en een nieuw spoorwegpostkantoor.

De gemeente heeft indertijd voor dit terrein een bebouwingsplan ontworpen, dat bestond uit een aaneengesloten bebouwing met winkelpanden en flatwoningen aan de Oostzijde van den weg, die in het verlengde van den Westersingel komt, terwijlaan de Westzijde daarvan een open bebouwing is ontworpen.

uit:
Rotterdamsch Nieuwsblad
woensdag 31 mei 1939
blz 6

Het nieuwe hart van Rotterdam

Het stadsbeeld van de Maasstad heeft de laatste jaren een groote verandering ondergaan, maar het ziet er naar uit, dat al deze wijzigingen in het niet zullen vallen bij de waarlijk ‘revolutionnaire’ vernieuwing die zich binnenkort in het hart van de stad, op het oude Diergaardeterrein, zal voltrekken. De bouwmeester Jan Wils heeft voor dit stuk grond, dat omstreeks 13 hectare beslaat, een bebouwingsplan ontworpen, dat inmiddels reeds de goedkeuring van alle betrokken instanties heeft verworven, en dat, wanneer het over enkele jaren geheel zal zijn uitgevoerd, aan Rotterdam een nieuw centrum van grootscheepsch karakter zal schenken.

Het plan dat men hierboven en hieronder vindt afgebeeld, omvat den bouw van een nieuw centraal station, een nieuw spoorwegpostkantoor, een groot hotel, een schouwburg, een variété-theater, een torengarage, een tweetal reusachtige kantoorgebouwen, drie torenhuizen van twaalf verdiepingen elk, enkele winkelgalerijen en een groot aantal flatgebouwen. Al deze machtige bouwwerken worden omlijst door een weelde van groen, bestaande uit het prachtige oude geboomte, dat, na de afbraak van de gebouwen op het Diergaardeterrein, zal overblijven, en aangevuld met nieuwe parken en plantsoenen. Licht en luncht zullen tusschen de gebouwen die op groote afstand van elkaar komen, vrij spel hebben. Uitgestrekte groene gazons tusschen de torengebouwen zullen een ideale speelgelegenheid vormen.

De Rotterdammers, die in de komende dagen het Museum Boymans zullen bezoeken, waar burgemeester oud vanmiddag de tentoonstelling van de groote maquette en de teekeningen van het plan heeft geopend, zullen zich de oogen uit wrijven van verbazing. Toch zal dit alles binnen enkele jaren werkelijkheid zijn.

Het is niet overdreven om te zeggen, dat een dergelijke conceptie haar weerga in ons land niet vindt. De Rotterdammer is er echter al gewend, dat veel, wat in andere groote steden niet kan, in Rotterdam wel mogelijk is.

Hij weet, dat Rotterdam voor alles een levende, een sterke dynamische stad is. Het behoud van oude architectonische schoonheden is voor Rotterdam geen probleem, om de eenvoudige reden, dat er zoo weinig schoone oude architectuur in zijn stad te vinden is. Tot dusverre was dit ontbreken van historische schoonheid voor de Maasstad een handicap. Met den beste wil kon men Rotterdam, afgezien van de schoone aspecten, de rivier en havens bieden, geen mooie stad noemen.

Dat bezwaar begint nu in een voordeel om te slaan. Zonder er een traan om te laten kan men in Rotterdamse centrum desnoods heele huizenblokken afbreken, maar, wat belangrijker is, het gebeurt ook. Links en rechts in de Maasstad wordt er gebouwd en gebroken, als of wij niet in een oorlogstijd, maar in een periode van hoogconjuctuur leefden. Machtige gebouwen verrijzen op tal van punten, gebouwen van acht, tien of vijftien verdiepingen. Groote doorbraken komen tot stand, de Maastunnel met zijn vorstelijke toegangswegen en bijbehoorende viaducten en andere kunstwerken nadert zijn voltooiing. Aan den Coolsingel en den Schiedamsche Singel verrijzen de torengebouwen als paddenstoelen uit den grond. De Delftsche Poort is verrold, men graaft en zwoegt met man en macht aan een nieuw Hofplein.

Bij dit alles voegt zich nu het plan van Jan Wils, dat slechts tot stand kon komen dank zij de medewerking van de stichting Volkskracht, een instelling waarom men Rotterdam kan benijden. Achter de schermen en in het openbaar heeft dit instituut, dat over fantastische sommen kan beschikken, reeds werk van nauwelijks te overziene beteekenis gedaan en het zal dat blijven doen. tot heil van het jonge Rotterdam, dat, ondanks tegenslag en slechte tijden, met onverwoestbare kracht uit het oude aan het ver.rijzen is. Met het plan-Wils krijgt Rotterdam de beschikking over een breeden nieuwen boulevard, die de stadsdeelen in Oost en West verbindt. Loodrecht daarop zal een allee ontstaan, zooals men in het centrum van onverschillig welke andere Nederlandsche stad vergeefs zal zoeken. De voordelen van het werken en wonen in dit nieuwe centrum, in de onmiddellijke nabijheid van het station, van de hotels. café’s, het stadhuis, de beurs en het hoofdpostkantoor, de groote warenhuizen, den Coolsingel-boulevard, de schouwburgen en bioscopen, zijn evident. Zoo veelomvattend is dit plan, dat het haast niet doenlijk is het in details te beschrijven. Beter dan lange beschrijvingen geeft trouwens de afbeelding van de maquette den indruk weer, dien het zal maken.

.
Bijzonder aantrekkelijk en van groot scheepsche allure belooft het nieuwe stadscentrum van Rotterdam te worden, dat binnen enkele jaren naar het plan van den bouwmeester Jan Wils op het terrein van de oude diergaarde, dat thans genivelleerd wordt, zal verrijzen. Zoodra de levende have in den zomer van dit jaar naar de nieuwe diergaarde, die thans onder leiding van ir. S. van Ravesteijn haar voltooiing nadert, zal zijn overgebracht, zal op het vrijkomende terrein het bouwen een aanvang nemen. Op de foto ziet men dit terrein, dat komt te liggen aan de te verlengen Diergaardelaan (10). Op den achtergrond het bestaande emplacement van het station Delftsche Poort, (1). dat niet gewijzigd behoeft te worden. Op dezelfde plaats als het oude, komt het nieuwe station D.P. (2), met dien verstande, dat het front niet aan het oude stationsplein (4) komt te liggen, doch aan den nieuwen „Diergaarde-boulevard” (10) die een ideale verbinding tusschen de stadsdeelen in het Oosten en het Westen zal vormen. Het nieuwe station (2) wordt betrekkelijk laag; het wordt bekroond door een hoogen liehttoren en krijgt, aan de voorzijde een hoefijzervormige open galerij, die een plantsoen (6) met fontein en vijver omsluit, benevens een verkeersweg voor af- en aanrijdende voertuigen. Recht voor het station komt een tramstation (17). Het oude stationsplein (4) komt 80 centimeter hooger te liggen dan het nieuwe; breede terrasvormige trappen vormen de communicatie. Het oude plein (4) wordt eindpunt voor verschillende tramlijnen (cirkelverkeer) benevens parkeerplaats voor autobussen en taxi’s.

Komende uit het nieuwe station, heeft men van het voorplein (6) een prachtigen doorkijk op het groote park (18) met fraai geboomte (het staat er nog van de oude diergaarde en men heeft het zorgvuldig gespaard), en weelderigt groene gazons. Het park (18) vormt de middenpartij van een 130 meter breeden boulevard, met aan beide zijden parkeerterreinen en breede verkeerswegen (23 en 24). Aan de Westelijke zijde wordt deze boulevard (23) afgesloten door drie zeer moderne woongebouwen van 12 verdiepingen. (12, 13 en 14), omringd door groen. Deze gebouwen, waarvan de wanden bijna geheel uit glas bestaan, krijgen volop licht en lucht, want de onderlinge afstanden bedragen meer dan 75 meter. Aan de overzijde van den boulevard (24) wordt de afsluiting gevormd door bouwblokken van 7 étages, met winkelgalerijen op den beganen grond (27). Daarachter liggen aan weerszijden lagere icoonblokken (25 en 26). Aan den nieuwen Dicrgaarde-boulevard (10) verrijst van West naar Oost een lang en 7 verdiepingen hoog kantoorgebouw (9), daarnaast een torengarage (S) met plaats voor 250 auto’s van de bewoners der flats, welke het plan omvat. Verderop, naast het nieuwe stationsplein (6) komt een groot modern hotel (7) met café en terrassen aan de voorzijde. Tusschen het hotel (7) en de torengarage (8) komt het nieuwe, tien verdiepingen tellende spoorwegpostkantoor (3), met dien verstande dat dit gebouw aan de voorzijde een ruim voorplein krijgt, waar de postauto’s kunnen aan- en afrijden (28). Aan de overzijde van het stationsplein (6) is een kantoorgebouw ontworpen (5).

Prachtig is de ligging van den ontworpen schouwburg (11) met een ruim voorplein (29). De schouwburg zal plaats bieden aan 1500 toeschouwers. Op den hoek van Kruiskade (20) en Diergaardekade (21) komt tenslotte een nieuw variété-theater (16/ dat 600 menschen kan bevatten en dat tevens voor gebruik als bioscoop en feestgebouw geschikt zal zijn. Voorts is in het plan een groote vijver ontworpen (19), terwijl de Diergaardesingel (22) met zijn vele kronkelingen en mooi geboomte langs het water een ideale harmonische afsluiting van het geheele plan zal vormen.

uit:
De Courant
12 maart 1940